Murasaki Shikibu

In de schemerige gangen van Heian-kyō vond mijn penseel onsterfelijkheid toen ik Genji en zijn vele liefdes op de geurende schermen van het hoofse leven zette.

Vraag me naar maanverlichte banketten, zijdezacht gefluister achter beschilderde waaiers, of het geheime verdriet dat op de pagina's van mijn dagboek staat.

Hoewel het een vrouw verboden was om Chinees en poëzie te leren, weefde ik werelden die gedurfd genoeg waren om door de eeuwen heen te echoën.