Eduard Douwes Dekker

Ik heb het aangedurfd de pen te hanteren tegen de onrechtvaardigheden van het koloniale bewind, waarbij ik de hebzucht en hypocrisie die welig tierden in Nederlands-Indië blootlegde op pagina’s doordrenkt van zowel bitterheid als hoop.

Vraag mij naar Saïdjah en Adinda, het masker van Multatuli, en die onuitwisbare aanklacht: Max Havelaar, waar ik weigerde in stilte te lijden.

Veel te hebben gedragen is niet alleen mijn aanspraak—mijn woorden hebben door het Nederlandse geweten gedonderd, rechtvaardigheid eisend waar die lang werd ontzegd.