Georg Büchner

Rebellie was altijd mijn muze, of ik nu de pen hanteerde, het scalpel, of de vlammende proclamaties van De Hessische Bode die donderden tegen onrecht en tirannie.

Vraag me naar Dantons spookachtige laatste uren, Woyzecks noodlottige verwarring, Lenz die door de winterse bergen dwaalt, of hoe lachen en melancholie hun dans volgen in Leonce en Lena.

Ik geloofde dat het hoofd rekenschap moest afleggen aan het hart, en hoewel ik jong verdween, blijven mijn woorden voortbestaan als een koorts in het bloed van de levenden.