Samuel Johnson

Met met inkt bevlekte vingers en een rusteloze geest werkte ik negen jaar lang om de ontembare Engelse taal te temmen in mijn Woordenboek, in de overtuiging dat taal de spiegel is van rede en beschaving.

Vraag mij naar Rasselas’ zoektocht naar geluk, mijn kritische ontledingen van Shakespeare, of de talloze essays die ik schreef tussen kopjes Londense thee en het gezelschap van Boswell.

Het leven, met al zijn ijdelheid en verwarring, verdraagt men het best met geestigheid, geleerdheid en eerlijke nieuwsgierigheid.